Twijfel je wanneer je naar een fertiliteitsarts moet en wat je daar te wachten staat? Je leest helder welke onderzoeken gedaan worden (zoals echo, hormoon- en sperma-analyse), welke oorzaken meespelen en welke opties er zijn: van leefstijlaanpassingen en ovulatiestimulatie tot IUI, IVF/ICSI en PGT. Daarnaast helpen we je met het kiezen van een passende kliniek, inzicht in vergoedingen en wachttijden, en praktische voorbereiding voor je eerste afspraak.

Wat doet een fertiliteitsarts?
Een fertiliteitsarts helpt je bij het onderzoeken en behandelen van een kinderwens als zwanger worden niet lukt of als je juist vooruit wilt plannen. Je start meestal met een uitgebreide intake: je bespreekt je medische voorgeschiedenis, menstruatiecyclus, seksueel en leefstijlpatroon en eventuele eerdere behandelingen. Daarna volgt gericht onderzoek, zoals een vaginale echo om eierstokken en baarmoeder te bekijken, bloedonderzoek om hormonen te meten en zo nodig een zaadanalyse om de kwaliteit van het sperma te beoordelen. Op basis daarvan maakt de arts samen met je een persoonlijk plan. Dat kan bestaan uit advies over timing en leefstijl, het stimuleren van de eisprong met tabletten of injecties, IUI (inseminatie waarbij zaadcellen direct in de baarmoeder worden ingebracht) of geavanceerdere trajecten zoals IVF (bevruchting buiten het lichaam) en ICSI (waarbij één zaadcel in de eicel wordt geïnjecteerd).
Je krijgt uitleg over kansen, risico’s en het aantal behandelpogingen dat verstandig is, met aandacht voor veiligheid en het voorkomen van meerlingen. De fertiliteitsarts stemt af met het laboratorium, verpleegkundigen en zo nodig een uroloog of psycholoog, en begeleidt je door de controles, medicatieschema’s en puncties. Ook bespreek je praktische zaken zoals wachttijden, vergoedingen en wat je zelf kunt doen, bijvoorbeeld foliumzuur gebruiken en roken of alcohol beperken. Zo krijg je heldere regie en ondersteuning in elke stap van je traject.
Wanneer ga je naar een fertiliteitsarts?
Je plant een afspraak als je na 12 maanden regelmatig onbeschermd vrijen niet zwanger bent; ben je 35 jaar of ouder, ga dan al na 6 maanden. Maak ook eerder werk van een verwijzing via je huisarts als je cyclus uitblijft of sterk onregelmatig is, je heel pijnlijke menstruaties hebt of klachten die passen bij endometriose of PCOS, je twee of meer miskramen hebt gehad, of als je een eerdere SOA, buikoperatie of chemo/radiotherapie hebt gehad.
Voor mannen is het slim om hulp te zoeken bij problemen met erectie of ejaculatie, een (vroegere) niet-ingedaalde teelbal, een varicocèle of eerder afwijkende sperma-uitslagen. Ook als je single bent of een stel van hetzelfde geslacht en je een kinderwens hebt, of als je je vruchtbaarheid wilt behouden met eicel- of zaadinvriezing, ben je hier aan het juiste adres.
Fertiliteitsarts, gynaecoloog en androloog: wat is het verschil?
Onderstaande vergelijking helpt je snel zien wie je wanneer nodig hebt bij een kinderwens en hoe een fertiliteitsarts zich verhoudt tot een gynaecoloog en een androloog.
| Discipline | Focus en doelgroep | Kernonderzoeken | Typische behandelingen/rol |
|---|---|---|---|
| Fertiliteitsarts (reproductieve geneeskunde) | Subspecialist vruchtbaarheidszorg (vaak gynaecoloog met focus voortplanting); helpt koppels en singles met kinderwens en coördineert het hele traject. | Intake met cyclus- en anamnese; transvaginale echo; hormoonbloedonderzoek (o.a. AMH, FSH/LH, progesteron); aanvraag sperma-analyse; indien nodig HSG/HyCoSy en aanvullende testen. | Leefstijladvies en timen; ovulatie-inductie (clomifeen/letrozol/gonadotrofinen); IUI; IVF/ICSI; cryopreservatie (eicellen/embryo’s); donortrajecten en PGT-begeleiding; regie en afstemming met gynaecologen, embryologen en urologen. |
| Gynaecoloog | Brede vrouwengeneeskunde (menstruatie, anticonceptie, zwangerschap, bekkenchirurgie) inclusief vrouwelijke oorzaken van subfertiliteit. | Bekkenonderzoek; transvaginale echo; HSG/HyCoSy; hormoonprofiel; diagnostische hysteroscopie/laparoscopie bij verdenking op anatomische problemen (bijv. endometriose, myomen, tubapathologie). | Chirurgie (poliep/myoom/septumcorrectie, endometriosebehandeling, tubacorrecties); hormonale cyclusbehandeling; voert of coördineert IUI/IVF in fertiliteitskliniek; zwangerschapsscreening en -zorg. |
| Androloog (uroloog-androloog) | Mannelijke vruchtbaarheid en seksualiteit; aandoeningen van testes, bijballen, zaadleiders en erectie-/ejaculatiestoornissen. | Lichamelijk onderzoek en scrotale echo; sperma-analyse (indien nodig uitgebreid); hormonen (testosteron, FSH/LH, prolactine); genetische testen bij ernstige zaadcelafwijkingen; onderzoek bij obstructie of retrograde ejaculatie. | Varicocele-behandeling; correcties bij obstructie (bijv. vasovasostomie); chirurgische zaadceldetectie (TESE/micro-TESE/MESA) voor ICSI; hormonale therapie bij specifieke oorzaken; advies over zaadinvriesttrajecten. |
Kernboodschap: de fertiliteitsarts regisseert het traject en verbindt disciplines; de gynaecoloog focust op vrouwelijke (ook chirurgische) oorzaken en de androloog op mannelijke factoren. In de praktijk werken ze vaak samen binnen één fertiliteitskliniek.
Een fertiliteitsarts is meestal een gynaecoloog met extra expertise in voortplantingsgeneeskunde en coördineert jouw hele traject richting een zwangerschap. Je krijgt één aanspreekpunt dat zowel de vrouwelijke als mannelijke kant onderzoekt, uitslagen bundelt en behandelingen plant zoals eisprongstimulatie, IUI, IVF en ICSI. Een gynaecoloog richt zich breder op de gezondheid van de vrouwelijke geslachtsorganen: cyclusstoornissen, endometriose, vleesbomen, eileiderproblemen en zwangerschapszorg. Bij een kinderwens verwijst een gynaecoloog vaak door naar de fertiliteitsarts voor specialistische begeleiding.
Een androloog houdt zich juist bezig met mannelijke vruchtbaarheid en seksualiteit; in Nederland en België is dat vaak een uroloog met andrologische expertise. Die beoordeelt zaadkwaliteit en hormonen, behandelt bijvoorbeeld een varicocèle en kan zo nodig zaadcellen uit de bijbal of teelbal ophalen (TESE/aspiratie). In de praktijk werk je met een team, waarbij de fertiliteitsarts de regie houdt.
[TIP] Tip: Neem beide partners’ medische gegevens en cyclusinformatie mee naar het consult.

Diagnostiek en oorzaken van verminderde vruchtbaarheid
Bij een verminderde vruchtbaarheid start je met een intake waarin je cyclus, voorgeschiedenis, leefstijl en eventuele eerdere zwangerschappen of miskramen aan bod komen. Daarna volgt basisonderzoek: een vaginale echo om eierstokken en baarmoeder te beoordelen, bloedonderzoek naar hormonen zoals AMH (inschatting van je eicelvoorraad), FSH, LH, schildklierwaarden en prolactine, en een sperma-analyse om aantal, beweeglijkheid en vorm van zaadcellen te meten. Om te zien of je eileiders open zijn kan een HSG of HyFoSy worden gedaan (met contrastvloeistof bekijkt de arts de doorgankelijkheid). Veelvoorkomende oorzaken bij vrouwen zijn ovulatiestoornissen zoals PCOS, endometriose, afgesloten eileiders na infectie of operatie, aangeboren of verworven baarmoederafwijkingen (poliepen, vleesbomen) en leeftijdsgerelateerde afname van de eicelreserve.
Bij mannen spelen vaak een lage zaadcelconcentratie, verminderde beweeglijkheid, een varicocèle (spatader bij de teelbal), hormonale of genetische factoren en soms een eerdere infectie mee. Leefstijl telt ook: roken, over- of ondergewicht, overmatig alcohol of drugs en veel hitte rond de teelballen kunnen de kwaliteit beïnvloeden. Op basis van deze uitkomsten maak je samen een plan op maat.
Intake en basistesten (echo, bloedonderzoek, sperma-analyse)
Tijdens de intake bespreek je je cyclus, medische voorgeschiedenis, leefstijl en eventuele eerdere zwangerschappen of behandelingen. Daarna volgen basistesten. De vaginale echo geeft zicht op de baarmoeder en eierstokken en telt vaak het aantal kleine follikels (antral follicle count) als indicatie voor je eicelvoorraad. Bloedonderzoek meet hormonen zoals AMH (eicelreserve), FSH en LH (eisprong), TSH (schildklier) en prolactine; een deel gebeurt bij voorkeur vroeg in je cyclus.
Voor de sperma-analyse lever je na 2-5 dagen onthouding een monster in; het lab beoordeelt concentratie, beweeglijkheid en vorm van zaadcellen. Bij een afwijkende uitslag herhaal je de test meestal, omdat waarden kunnen schommelen. Samen geven deze onderzoeken een helder startbeeld waarmee je arts het vervolgplan afstemt.
Veelvoorkomende oorzaken bij vrouwen
Veelvoorkomende oorzaken van verminderde vruchtbaarheid bij vrouwen liggen vaak in de eisprong, de eileiders of de baarmoeder. Ovulatiestoornissen zoals PCOS (polycysteus-ovariumsyndroom) zorgen voor onregelmatige of uitblijvende eisprongen. Endometriose, waarbij baarmoederslijmvliesachtig weefsel buiten de baarmoeder groeit, kan ontsteking en verklevingen geven rond eierstokken en eileiders. Afgesloten of beschadigde eileiders ontstaan soms na een infectie in het bekken, een eerdere buikoperatie of een buitenbaarmoederlijke zwangerschap.
In de baarmoeder kunnen poliepen en vleesbomen de innesteling bemoeilijken. Leeftijd speelt mee: na je 35e neemt de eicelkwaliteit sneller af. Daarnaast kunnen hormonale problemen zoals een trage schildklier of verhoogd prolactine, ernstig over- of ondergewicht, roken en veel alcohol je kansen verlagen. Vaak is er een combinatie van factoren en helpt gericht onderzoek om de juiste behandeling te kiezen.
Veelvoorkomende oorzaken bij mannen
Bij mannen draait verminderde vruchtbaarheid vaak om de kwaliteit of doorgang van zaadcellen. Je kunt te maken hebben met een lage concentratie, verminderde beweeglijkheid of afwijkende vormen, soms door een varicocèle (spatader bij de teelbal), hormonale verstoring of een eerdere infectie in bijbal of prostaat. Ook een afsluiting van de zaadleiders, bijvoorbeeld na een ontsteking of vasectomie, kan leiden tot weinig of geen zaadcellen in het sperma.
Genetische factoren (zoals Y-deleties) en zaadbalproblemen na een niet-ingedaalde teelbal spelen soms mee. Daarnaast tellen leefstijl en omgevingsfactoren: roken, overgewicht, veel alcohol of anabole steroïden, hitte en bepaalde medicijnen. Erectie- of ejaculatieproblemen, zoals retrograde ejaculatie, kunnen de kans op bevruchting eveneens verkleinen.
[TIP] Tip: Plan vroegtijdig een consult bij een fertiliteitsarts voor gerichte diagnostiek.

Behandelingen en trajecten bij de fertiliteitsarts
Een traject start met een persoonlijk plan op basis van je onderzoeken, waarna je stap voor stap toewerkt naar de beste kans op zwangerschap. Vaak begin je met leefstijladvies en het optimaliseren van je timing; bij een onregelmatige of uitblijvende eisprong kan je arts de eisprong stimuleren met tabletten of injecties en dit met echo’s en bloedonderzoek volgen. Is er een milde factor of onverklaarde kinderwens, dan komt IUI in beeld, waarbij zaadcellen direct in de baarmoeder worden ingebracht rond de eisprong. Bij zwaardere of gecombineerde problemen stap je over op IVF of ICSI: eierstokken worden gestimuleerd, eicellen geoogst, in het lab bevrucht en een embryo wordt teruggeplaatst; vaak kies je voor terugplaatsing van één embryo en kun je overige embryo’s invriezen.
Donorzaad of eiceldonatie kan uitkomst bieden, net als PGT als je een erfelijke aandoening wilt uitsluiten. Je krijgt duidelijke uitleg over slagingskansen, aantal pogingen, bijwerkingen en risico’s zoals OHSS, en je team ondersteunt je medisch en emotioneel gedurende het hele proces.
Behandelroutes: leefstijl, timing, medicatie en IUI
Je traject start vaak met leefstijl: stoppen met roken, matig alcohol en cannabis, werk naar een gezond gewicht, neem foliumzuur en zorg voor beweging, slaap en stressreductie. Vervolgens scherp je de timing aan met cyclustracking: ovulatietesten, soms temperatuur, maar vooral echo’s en hormoonbepalingen om het vruchtbare venster gericht te benutten. Als de eisprong uitblijft of onregelmatig is, kan medicatie zoals letrozol of clomifeen de eisprong opwekken; bij behoefte aan preciezere sturing worden gonadotrofines en een hCG-trigger ingezet, onder echo-controle om overmatige stimulatie te vermijden.
IUI (intra-uteriene inseminatie) is een volgende stap bij milde mannelijke factor, cervixproblemen of onverklaarde subfertiliteit: gewassen sperma wordt rond de eisprong direct in de baarmoeder ingebracht. De kans per cyclus ligt grofweg rond 10-15%, vaak plan je 3-6 rondes, afhankelijk van je leeftijd en de oorzaak.
IVF en ICSI in stappen, plus aanvullende opties (PGT, invriezen, donor)
Bij IVF stimuleer je je eierstokken met hormonen, gevolgd door een eicelpunctie onder echo-geleiding. In het lab worden eicellen met zaadcellen samengebracht; bij ICSI injecteert de embryoloog één zaadcel direct in de eicel als de zaadkwaliteit beperkt is of eerdere bevruchting tegenviel. Embryo’s worden doorgaans tot dag 3 of 5 gekweekt, waarna je meestal één embryo laat terugplaatsen. Overige embryo’s kun je met vitrificatie invriezen voor een latere terugplaatsing (FET).
PGT kan worden ingezet als er een medische indicatie is, bijvoorbeeld bij een bekende erfelijke aandoening of chromosoomprobleem, zodat alleen geschikte embryo’s worden teruggeplaatst. Donorzaad of eiceldonatie is een optie bij ernstige mannelijke of vrouwelijke factoren, en soms is embryodonatie mogelijk. Je kiest samen een protocol dat past bij je wensen en medische situatie.
Slagingskansen, risico’s en bijwerkingen
Je slagingskans hangt sterk af van je leeftijd, diagnose en behandeling. Bij IUI ligt de kans per cyclus vaak rond 10-15%, bij IVF/ICSI varieert de kans per terugplaatsing grofweg van 30-40% onder de 35 jaar tot lager boven de 40; over meerdere cycli loopt de cumulatieve kans op. Tegelijk zijn er risico’s en bijwerkingen. Veelvoorkomend zijn stemmingswisselingen, hoofdpijn, een opgeblazen gevoel en blauwe plekken door injecties.
Zeldzamer, maar belangrijk, is OHSS (overstimulatie) met buikpijn en vocht vasthouden; strakke monitoring beperkt dat risico. Na een punctie kun je kortdurend krampen, bloeding of infectie krijgen. De kans op meerlingen is kleiner met single embryo transfer, maar niet nul. Verder is er kans op miskraam of een buitenbaarmoederlijke zwangerschap en ervaar je vaak emotionele belasting.
[TIP] Tip: Vraag om een persoonlijk stappenplan met tijdlijn, slagingskansen en kosten.

De juiste fertiliteitsarts en kliniek kiezen
De beste match vind je door te kijken naar een combinatie van expertise, resultaten en hoe je je er voelt. Vraag naar ervaring met jouw diagnose, de kwaliteit van het laboratorium (kweken tot blastocyst, vitrificatie, PGT-ervaring) en beleid rond single embryo transfer en het voorkomen van OHSS. Transparantie is belangrijk: vraag om slagingskansen per leeftijdscategorie en per behandeling, niet alleen cumulatief. Let op begeleiding en communicatie: krijg je een vaste contactpersoon, is er psychologische ondersteuning, en hoe snel worden je vragen beantwoord via telefoon of portaal? Praktische zaken tellen ook mee, zoals locatie, wachttijden, beschikbaarheid van vroege of avondafspraken en flexibiliteit bij werk of hormoonschema’s.
Check kosten en vergoedingen: in Nederland vallen vaak drie IVF/ICSI-pogingen onder de basisverzekering onder voorwaarden; in België zijn RIZIV-terugbetalingen mogelijk met leeftijdsgrenzen en protocollen. Vergelijk eigen bijdragen, medicijnkosten en wat een donor- of PGT-traject betekent voor je budget. Kijk ten slotte naar inclusiviteit en aanbod voor solo-ouders en LGBTQ+-stellen, en overweeg een second opinion als je vastloopt. Zo kies je een team dat medisch sterk is én bij jouw wensen past, waardoor je traject rustiger en doelgerichter verloopt.
Waar let je op: expertise, resultaten en begeleiding
Je wilt een team dat bewezen deskundig is in voortplantingsgeneeskunde en ervaring heeft met jouw diagnose. Vraag hoe vaak de kliniek behandelingen als IUI, IVF en ICSI uitvoert, welke protocollen ze gebruiken en hoe het lab werkt (kweek tot blastocyst, vitrificatie, PGT-ervaring). Resultaten tellen als ze transparant en vergelijkbaar zijn: succespercentages per leeftijd en per terugplaatsing, complicatieratio’s en beleid rond single embryo transfer.
Let ook op maatwerk: past de arts het plan aan op jouw cyclus, hormonen en wensen? Goede begeleiding herken je aan een vaste contactpersoon, snelle terugkoppeling, heldere uitleg over keuzes en bijwerkingen, en toegang tot psychologische steun. Zo weet je dat je zowel medisch als emotioneel stevig wordt ondersteund.
Kosten, vergoedingen en wachttijden in Nederland en België
In Nederland vergoedt de basisverzekering doorgaans drie IVF/ICSI-pogingen onder voorwaarden en veelal tot 43 jaar; je betaalt wel je eigen risico en sommige aanvullende kosten. IUI wordt soms (deels) vergoed bij een medische indicatie, maar beleid verschilt per verzekeraar. Extra’s zoals donorzaad, eiceldonatie, invriezen en PGT vallen niet altijd binnen de dekking, dus check vooraf wat je zelf betaalt. In België voorziet het RIZIV/INAMI in terugbetaling van tot zes IVF/ICSI-cycli met leeftijdsgebonden regels rond het aantal embryo’s; je betaalt remgeld en eventuele supplementen.
IUI is vaak gedeeltelijk terugbetaald. Wachttijden variëren per centrum: voor een intake reken je meestal op enkele weken, voor IVF op weken tot enkele maanden, terwijl donor- en PGT-trajecten vaak langere wachtlijsten hebben. Vraag altijd om een duidelijke kostenraming.
Zo bereid je je voor op je eerste afspraak
Een goede voorbereiding op je eerste afspraak met de fertiliteitsarts maakt het gesprek efficiënter en geeft je meer regie.
- Verzamel je medische info: verwijsbrief, eerdere uitslagen (echo, bloed, sperma-analyse), medicatielijst en allergieën, gegevens over eerdere zwangerschappen/behandelingen, cyclusnotities en klachten, leefstijl en supplementen, eventuele SOA’s of operaties, plus je verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs.
- Bereid je gesprek én de logistiek voor: noteer je vragen en zorgen (bijv. slagingskansen, risico’s, wachttijden, kosten), check praktische instructies (volle blaas voor echo, 2-5 dagen onthouding voor sperma-analyse, afspraak plannen in een specifieke cyclusfase) en probeer je partner mee te nemen.
- Denk na over je voorkeuren en grenzen: hoeveel pogingen je ziet zitten, donor- of invriesopties, en welke begeleiding je prettig vindt; dit helpt de arts om een plan te maken dat bij jullie past.
Met deze voorbereiding haal je meer uit het eerste consult en kan het team sneller toewerken naar de juiste vervolgstappen.
Veelgestelde vragen over fertiliteitsarts
Wat is het belangrijkste om te weten over fertiliteitsarts?
Een fertiliteitsarts diagnosticeert en behandelt verminderde vruchtbaarheid met echo’s, bloedonderzoek en sperma-analyse. Behandelingen variëren van leefstijladvies en timing tot medicatie, IUI, IVF/ICSI. Ga na 12 maanden (6 maanden >35) of bij bekende aandoeningen.
Hoe begin je het beste met fertiliteitsarts?
Begin met je huisarts of gynaecoloog voor verwijzing en basisonderzoek. Verzamel cyclusdata, eerdere uitslagen en medicatielijst. Beide partners plannen, leefstijl optimaliseren, foliumzuur starten. Informeer naar wachttijden, vergoedingen en eigen bijdragen in Nederland of België.
Wat zijn veelgemaakte fouten bij fertiliteitsarts?
Te lang wachten met hulp zoeken, de mannelijke factor onderschatten, en behandelingen kiezen zonder duidelijke diagnose. Succespercentages verkeerd interpreteren, medicatieschema’s onjuist volgen, of kliniekkeuze baseren op marketing i.p.v. expertise, begeleiding, laboratoriumkwaliteit en resultaten.
